Samuel van der Reis

Uit Historie Nietap-Terheijl

Toen in de Franse tijd iedereen een achternaam moest aannemen, kozen Victor Phillipus en zijn broer Isaäk de naam 'Van der Reis', volgens overlevering omdat een van hen toen net terug was van een reis.

Een zoon van Victor Phillipus, Samuel Victor Van der Reis, nam omstreeks 1825 de manufacturenhandel in Nietap over van zijn vader. Af en toe hield hij in de omringende dorpen openbare verkopingen van manufacturen waarmee hij op een dag veel geld kon verdienen. Hoewel hij zijn handelswaar meestal uit Holland betrok, reisde Samuel van der Reis in 1851 naar Engeland om daar zaken te doen met verschillende fabrikanten. Tegelijk kon hij zijn zuster, die daar al dertig jaar woonde, bezoeken. Onlangs verwierf het Rijksarchief van Groningen het boeiende reisverslag dat deze Nietapster maakte toen hij per trein Engeland doorkruiste. Samuel was duidelijk onder de indruk van de prachtige tentoonstellingen en de voor die tijd geweldige industrieën die hij te zien kreeg.

Samuel van der Reis deed goede zaken en behoorde met de |familie Santee tot de meest welgestelde inwoners van Nietap. Evenals zijn vader nam hij zitting in het joodse kerkbestuur en had hij een belangrijk aandeel in het joods kerkelijke leven. In 1854 kwam hij de joodse gemeenschap te hulp door zich garant te stellen voor de onkosten voor de restauratie van de synagoge en de onderwijzerswoning en de kosten van de bouw van de godsdienstschool. De totale kosten waren geraamd op f 125,- en de werkzaamheden werden uitbesteed aan timmerman Maarten Jannes van Houten die ook in Nietap, vlak bij Samuel van der Reis, woonde.

Behalve als bestuurslid was Samuel van der Reis ook werkzaam als besnijder en armenzorger en onderhield hij bovendien op landelijk niveau kontakten met het joodse hoofdbestuur van de kerk. Na zijn overlijden zou hem voor zijn grote verdiensten posthuum de eretitel van rabbijn worden verleend.

Samuel van der Reis was gehuwd niet Henriëtte Asser Lehmans, een deftige jongedame uit Amsterdam. Tot hun verdriet bleven zij kinderloos. In hun huis in Nietap groeiden echter wel de kinderen op van hun schoonzuster Eva Emanuel Knoek, de weduwe van Samuel Asser Lehmans. Haar zoon Samuel Asser Lehmans, gehuwd met Henriëtte Abrahams van der Reis, nam de manufacturenhandel over.

Hun dochter Duifje en haar echtgenoot Hartog Denneboom zetten op hun beurt het familiebedrijf voort. Zij bleven tot 1917 in Nietap wonen en begonnen toen een prachtige, toonaangevende modezaak aan 't Piepke in Leek.

Tegenover de manufacturenhandel van Van der Reis woonde de marskramersfamilie Van Hasselt. Hoewel grootvader Jacob Israëls van Hasselt in goede doen was geweest, konden zijn nazaten met moeite de eindjes aan elkaar knopen. Met de verkoop van vlees en vet en door rond te trekken met de 'kiep' op de rug verwierven zij een mager inkomen. Samen met hun neef, de huisonderwijzer Salomon Cohen woonden de familie Van Hasselt in het huis 'De Gouden Spoel' waar Diene Fei haar pension heeft gehad.

De laatste Van Hasselt die in de 'Gouden Spoel' heeft gewoond was Israël van Hasselt. Hoewel hij al lang hulpbehoevend was, wilde hij pas verhuizen toen in 1907 het joodse armenhuis aan de Schreiershoek in Leek gereed was.

In 1899 startte Siemon Heiman Aptroot een meubelmagazijn in Nietap alwaar hij tafels en rieten en biezen stoelen te koop aanbood. Voortaan konden de Nietapsters dicht bij huis hun meubels, die per schip uit Groningen arriveerden, uitzoeken. Een aantal jaren later verhuisde de zaak naar de Bosweg in Leek waar ook rieten meubels werden gemaakt.

In 1919 kwam opnieuw een joods gezin in Nietap wonen. De directeur van de enkele jaren daarvoor opgerichte vleesexportfabriek Van Dam en co. in Leek, Abraham Levy van Dam, betrok het statige huis dat vroeger van Dr.Maurits Scheinfeld was geweest. Van oudsher waren er onder de joodse mensen veel veehandelaren en slagers. Abraham Levy en zijn jongere broer Levie hadden deze traditie voortgezet. Met vrijwel niets waren ze begonnen maar handelsgeest en werklust had hen voorspoed gebracht. Als reaktie op hun vroegere armoede liet de familie Van Dam graag merken dat zij tot welstand was gekomen. Dit kwam hun relatie met veel dorpsgenoten niet ten goede, evenmin de verhalen die de ronde deden over de verdeling van winsten en verliezen van de fabriek. Kort voor de oorlog verhuisde de familie Van Dam naar Leek.

==Bronnen==
Bron(nen):