Diene Fei en haar slaapstee
Vanaf ongeveer 1693 stond er een ietwat bouwvallige dubbele woning naast de boerderij 'Vredeveen'. Deze woning werd bewoond door de familie De Vries en de familie Van Hasselt. Het was een laag gebouwd huis, genaamd 'De Gouden Spoel', met kleine ruitjes, voorzien van blinden. Feitelijk stond het huis 'beneden' de weg, hetgeen later werd versterkt door de aanleg van de trambaan, waardoor het nog lager kwam te staan, als het ware in een kuil. Het huidige adres is J.P. Santeeweg nummer 19.
De helft van het huis grenzend aan huize Vredeveen werd in 1830 bewoond door weduwe Berendina Leenderts Lamping. Haar dochter Sophia Harkes Flard, getrouwd met Klaas Tjebbes de Vries, was bij haar inwonend. Op 23 juli 1835 werd in dit gezin dochter Berendina geboren. Omstreeks 1863 richtte Klaas de Vries, hij was reeds vanaf 1848 hoofdbewoner, het pand in als volkslogement, in het dialect 'slaapstee' genoemd. Klaas Tjebbes de Vries overleed op 05-02-1891. Zijn dochter Berendina zette de slaapstee voort. Over deze Berendina, of Diene, gaat dit verhaal.
Diene dreef naast de slaapstee tevens een snoepwinkeltje. Daarnaast handelde zij in eieren en boter, die zij betrok van de boeren in de omstreken van Nietap en Leek. Zij bracht haar waren naar de markt in Groningen of bij particulieren aan de man. Ze ging met de trekschuit, 'De Leekster Bol' en later met de veerboot 'Leek-Nietap' van kapitein Jan de Boer van stoombootmaatschappij 'De onderneming Leek en Nietap' naar Groningen. Door haar omzwervingen, in stad en lande, hoorde en zag zij veel. Haar verhalen, haar roddels over deze en gene, waren wijd en zijd bekend! In die tijd kreeg Berendina de bijnaam ‘Diene Botter’.
Diene was een vrolijk en blijmoedig mens, dat zingend door de wereld ging en bepaald niet afkerig was van een stevig glaasje geestrijk vocht! Het verkrijgen van een dergelijk glaasje was tijdens Diene's leven vrij eenvoudig, want het was bij particulieren te koop. Met name gold dit voordat de drankwet van 1881 in werking trad. Voor 1881 moest men een zogenaamd patent hebben (zeg maar een vergunning, later Verlof A en B) om sterke drank te mogen verkopen. Het was echter gebruikelijk en algemeen bekend dat door velen clandestien een borrel werd verkocht. Dit soort 'kasteleins' plaatsten een luciferdoosje voor het raam. Een dergelijke aanduiding was voldoende om duidelijk te maken dat men hier aan een goedkope consumptie kon komen. De drank was er namelijk veel goedkoper dan bij de patenthonders. Men hield dit stil, vandaar 'de stille kniepe'.
Diene was uiteraard met deze gang van zaken goed op de hoogte. Het is het meer dan eens gebeurd dat Diene van pad of zandweg raakte en met haar koopwaar in de sloot terecht kwam. Maar geen zorg, de artikelen werden weer opgevist, afgespoeld, de boter werd bij thuiskomst weer opgeklopt en het geheel werd gewoon verkocht in de grote koopstad van het Noorden...
Naast haar logementsgasten woonden, als niet verwanten, bij haar in: Frans Haarsma, Petrus Nathaniël Lomars en Hendericus Johannes Kervezee.
Diene hanteerde het volgende tarief voor haar klanten: Koffie kostte 5 cent en een warme maaltijd 25 cent. De gasten die bleven eten, zowel mannen als vrouwen, moesten bij aankomst hun aardappelen schillen en gewoonlijk werd er ook nog een hoeveelheid spek uitgebraden. Vervolgens kon men zich dan tegoed doen aan deze warme maaltijd. Nachtlogies op de zolder, op en onder de stro zakken, kostte 10 cent. Was er plaats in de bedsteden beneden, dan kostte dat 25 cent. Voor een totaalbedrag van 35 cent bracht zij ook nog de nacht bij een gast in bed door.
De gasten, veelal muzikanten, marskramers, stoelenmatters en landlopers, kregen bonnen uitgereikt, door de gemeenten, om hun logies en (warme) maaltijd te kunnen betalen. Eens in de week ging Diene ten gemeentehuize om de ontvangen bonnen in te wisselen. Desgevraagd deed ze ook wel eens een boekje open over haar gasten, die soms heel wat op hun kerfstok hadden. Zo was zij tevens een, geheime, hulp van de gemeentepolitie, ondanks dat de olle sloebers bij Diene een prima behandeling genoten. Berendina is altijd ongehuwd gebleven. Wel kreeg zij op 14-12-1864 een zoon.
Toen de tram Drachten - Groningen in 1913 in exploitatie kwam liep de klandizie in de slaapstee 'De Gouden Spoel' steeds verder terug, om daarna vrij snel op te houden. Ze was rond 1915 80 jaar en zij leed een armoedig bestaan: zij handelde niet meer in boter en eieren en de snoepwinkel was evenals het logement opgeheven. Ze had van de Nietapster bevolking ondertussen de bijnaam ‘Olle Fei’ gekregen. (Fei: zich lief, aardig voordoend[1].)
Diene Fei overleed op 2 april 1918 op bijna 83-jarige leeftijd. Toen in 1920 de woning werd afgebroken was er niets meer wat aan Berendina de Vries herinnerde.
Op de plaats waar eens de dubbele woning, beneden de weg, stond, werd een nieuw huis met een grote garage gebouwd.
Bron(nen): |
|