De markescheiding van Roden
Dat er bij een grensovergang een dorp tot ontwikkeling komt ligt voor de hand. Wanneer en op wiens grond dan de eerste huizen worden gebouwd is vaak veel moeilijker te achterhalen. Dankzij archiefonderzoek van EJ. Winter uit Sonnega is daar wat betreft Nietap meer duidelijkheid in gekomen.
De geschiedenis begint eigenlijk al in het begin van de dertiende eeuw. Sinds die tijd werden in Drenthe de, grotendeels nog onontgonnen, gebieden ingedeeld in marken, zodat voor ieder dorp vaststond tot hoever het gemeenschappelijke gebied van de boeren zich uitstrekte. Naarmate er meer grond in cultuur werd gebracht en de agrarische aktiviteiten toenamen werd de behoefte tot het gerechtelijk vaststellen van aandelen in de marke groter. In 1635 werd, in navolging van een provinciale verordening, een oproep gedaan aan alle belanghebbenden om naar Roden te komen om aan te geven en mogelijk met documenten aan te tonen welk aandeel men had in de marke. Hiertoe behoorden ook de gronden waarop Nietap zou ontstaan.
Na het vaststellen van ieders aandeel, werd enige jaren later overgegaan tot de werkelijke scheiding van de gronden. Dit gebeurde door het hele gebied in zogeheten verlotingen (een aaneengesloten blok grond) in te delen, tien in totaal. Een verloting bestond uit dertig waren. Door steeds zes waren bij elkaar te voegen ontstonden er vijf kavels die slagen of loten werden genoemd. Door loting werden deze slagen of loten aan de eigenaren toegewezen.
Voor Nietap waren twee van de tien verlotingen van de marke van Roden van belang, de vierde en de vijfde. De omschrijvingen van de vierde verloting luidde als volgt: "De vierde slag verlottet den 9 july 1638. Beginnende bij Sweers Anwende, bij langes de wegh voorbij de Holthuisen an de Nijendijk tot an Tedema an de Hoylanden en an Lotingewolde. Gaande omtrent oost en west. En sal een wegh gaan tussen die beide slagen of lotten naast Tedema gelegen en nog een weg tusschen die eerste en andere naast Sweers Anwende. Sijnde yder Lott groot 99 grasen. 't Stuk naast an Tedema is agtyn grasen groter." (Een gras komt overeen met ca.0.39.50 ha). Voor 'Sweers Anwende' kunnen we nu lezen Turfweg. De Nijendijk is de weg naar Roden die nu J.P.Santeeweg heet. De naam geeft aan dat deze weg waarschijnlijk enigszins verhoogd was, zodat deze ook in natte perioden begaanbaar was. De opmerking 'voorbij de Holthuisen an de Nijendijk' doet vermoeden dat cr toen reeds enige eenvoudige houten woningen stonden. Deze vierde verloting betrof dus, vanuit Leek komende, de gronden aan de linker zijde van de J.P.Santeeweg tussen de provinciegrens en de Turfweg.
De gronden aan de rechter zijde werden bij de vijfde verloting verdeeld. De omschrijving van deze gronden luidde: "De vijfde slag verlotted den 20 september 1638. Beginnende bij de Roder torfweg de na de Sulter venen gaat. Bij langes venen, bij langes de Helle en de Nijendijk (v)an de sult tot an de Lieke gaande. De slagen of stukken oost en west. Tusschen het tweede end darde een torfweg. zijnde de twie stukken tusschen de beide torfwegen yder groot 120 grasen en de andere drie na de Lieke yder groot 93 grasen end taggentig roeden. Int geheel groot 519 grasen". Voor de 'Roder torfweg' moet nu gelezen worden de Nieuweweg, de weg Roden - Nieuw Roden.
Uit de gegevens van de vastgestelde waardelen blijkt dat vooral de Thedema's in 1635 een groot aandeel hadden in de Nietapster gronden. In de daarop volgende jaren verkreeg Nienoord, door ruil met eigenerfde boeren en met de familietak Van Ewsum op de havezathe Mensinge in Roden, een steeds groter aandeel in de gronden van de vierde en vijfde verloting. Vanuit Thedema werd geen aktie ondernomen om meer grond in eigendom te krijgen. Rond 1650 haddeen Thedema en Nienoord samen 60 % van de gronden in eigendom.
De Aukemawaar en de Sweersemawaar, die aan weerszijden van de huidige Santeeweg lagen en waarop het dorp Nietap zou ontstaan waren grotendeels eigendom van Nienoord (94 % van de Aukemawaar en 50% van de Sweersemawaar).
Bron(nen): |
|