De Nietapster brandspuit

Uit Historie Nietap-Terheijl
Het briefje voor de aanvraag van de brandspuit. De ondertekenaars : W(ieger) Posthuma en H(artog) Denneboom H(eiman)zn.

Op 12 maart 1909 verzochten Wieger Posthuma, hoofd van de Nietapster school, (J.P.Santeeweg 107) en Hartog Denneboom, manufacturier, (J.P.Santeeweg 14) de Raad van Roden, evenals in andere buurtschappen was gebeurd, ook te Nietap een brandspuit te plaatsen.

Bij de aanvraag was een lijst met medeondertekenaars gevoegd.

Bij de aanvraag was een lijst met medeondertekenaars gevoegd. Zij waren: Hendrik van Hoogen, Jan Hund, Klaas Glas, Lucas Hillebrands, Gerard Steenhuizen, Haatje C. Hillebrands, Hartog Denneboom, Wiebe Pestman, Roelf Meelker, Wobbe T. Gorter, Heerco P.Heersema, Derk G.Landweer, Harke Kuipers, Harm Oosterhof, Anne Huizinga, Jan van Dalen, Klaas J. Venema, Bouke Hortsing, Tiemen Steenhuizen, Albert Steenhuizen, Hedde van der Klei, Derk J.Bos, Lubbert Pluister, Aiko Overkamp, Hendrik Franke, Pauwel Ritzema en Lambertus van Weringh.

Model van de door de Gebroeders Van Bergen uit Midwolda aangeboden gebruikte brandspuit.

Jan Jansma (J.P.Santeeweg 41) was bereid de brandspuit in zijn schuur onder te brengen. De Raad legde het voorstel voor aan BenW en op 4 september 1911 werd besloten dat een brandspuit kon worden aangekocht. Tevens werd medegedeeld dat er een gebruikte brandspuit van voldoend vermogen met toebehoren, alsmede een aanjager voor de brandspuit te Roden te koop werd aangeboden door de Gebroeders Van Bergen te Midwolda, tezamen voor een prijs van f.500. Daar de prijs zeer billijk werd geacht, werd de raad voorgesteld tot het aanschaffen van die brandspuit en aanjager.

Jan Jansma was inmiddels verhuisd naar Leek en er werd een nieuwe stalling gezocht. Deze werd gevonden in één van schuren van huize Vredeveen. Een vergoeding voor onderbrenging van de brandspuit werd niet gegeven. Op 5 september 1911 besloot de raad een nortonpomp in het centrum van Nietap te plaatsen, waarop ook de brandspuit kon worden aangesloten. De firma Baarsma en Hollander uit Leeuwarden kreeg hiertoe opdracht. De pomp werd ongeveer ter hoogte van huize Vredeveen in de berm van de weg geslagen. Door BenW werden een brandmeester en twee onderbrandmeesters benoemd en er werden spuitgasten aangewezen.

Brandmeester werd Harke Kuipers. Onderbrandmeester werden Klaas J.Venema en Haatje C. Hillebrands.

Als spuitgasten werden aangewezen :

Van Terheijl: Liekel Mellema, Jan Hut, Jan Houtsma en Kornelis H. Veldhuis. Van Nietap: Wobbe T.Gorter, Wiebe Pestman, Roelof Meelker, Lucas Hillebrands, Gerard Steenhuizen, Heerco P.Heersema, Gerrit Kuipers, Bouke Hortsing, Pauwel Ritzema, Lambertus van Weringh, Wiebe Renkema, Lambertus Poppema, Harm Oosterhof, Anne Huizinga, Hoitze de Wagt, Hedde van der Klei, Hendrik van Hoogen, Jan Hund, Tiemen Steenhuizen, Derk Bos, Klaas Louwes, Roelof Cazemier, Hindrik Velthuis, Hendrik Graanstra, Hindrik Ploeg, Louwe van der Lande, Roelf Melissen en Jan Westerhuis. Van de Meerweg: Willem Venekamp, Pieter Bosklopper (zoon van Jan Bosklopper), Harmannus Nicolaas Woldring en Klaas Gunter Kzn. Van de Thedemalaan: Hessel Veenstra, Gerrit Krol, Meindert van Wijk en Hendrik Piek.

Teneinde de nieuwe brandspuit te beproeven werden de spuitgasten voor een brandweeroefening uitgenodigd te Roden op 22 november 1911.

Een brand verwoestte het hotel Akkerman te Leek. Het pand stond op de plaats van het huidige pand van de Hema.

Vervolgens werd eenmaal per jaar een brandweeroefening gehouden ‘op de tip’ bij huize Vredeveen, dit tot groot plezier van de jeugd. Drie à vier mannen stonden dan aan weerskanten van de brandspuit te pompen en gemeten naar de huidige tijd kwam er maar weinig water. Indien er op enige afstand een brand moest worden geblust, zoals bijvoorbeeld de brand in de vlasfabriek aan de Meerweg in 1925, werd een paard geleend van Wiebe Pestman van het café 'De Waag', die de brandspuit moest trekken. Meestal werd de brandspuit ingezet voor kleine brandjes, zoals in vroegere jaren de veel voorkomende schoorsteenbrandjes. In 1927 werd de brandspuit van Nietap nogmaals voor een grote brand ingezet. Toen brandde hotel Akkerman te Leek af.

Tijdens de begrotingsvergadering op 18 november 1929 werd bij het punt ‘kosten opbergplaatsen brandspuiten’ besloten de jaarlijkse huur voor het opbergen van de brandspuiten te Steenbergen en Nietap, dat voorheen gratis was, vast te stellen op f.10 per jaar. De gebroeders Vossema bewoonden vanaf 1925 huize Vredeveen en zij kregen vanaf november 1929 voor berging van de brandspuit in hun schuur van de gemeente Roden een vergoeding van f.10 per jaar.

Latere wijzigingen. Na Harke Kuipers werd Heertze Jakob Krijthe (J.P.Santeeweg 2) brandmeester. Op 8 januari 1923 volgde Riender van Til (J.P.Santeeweg 73) Heertze Jakob Krijthe op. Na het overlijden van Riender van Til (in 1924) werd Douwe Barkmeijer (Thedemalaan 8) brandmeester. Hij verhuisde op 7 december 1925 en in 1927 werd Pieter Koning (aannemer te Nietap, J.P.Santeeweg 38) brandmeester.

==Bronnen==
Bron(nen):
  • De informatie op deze pagina, of een eerdere versie daarvan, is geheel of gedeeltelijk afkomstig uit "De historie van Nietap - Terheijl" zoals geschreven door Henk Doedens.