Bakker Venekamp
In de dertiger jaren dreven de gebroeders Gerard en Tiemen Steenhuis op het huidige adres J.P.Santeeweg nummer 8, een bakkerij, waarvan een gedeelte dienst deed als Joodse bakkerij. Het was in het jaar 1939 dat Arend Venekamp uit Zevenhuizen hier aan het werk kwam en vervolgens in 1940 de bakkerij overnam.
's Morgens in alle vroegte werd een aanvang genomen met het bakken, waarna om een uur of half tien werd begonnen met het uitventen van de waren. Dit geschiedde met paard en wagen en naar de wat moeilijk te bereiken klanten werd een transportfiets gebruikt met daarop een grote rieten korf.
Later ging Arend Venekamp, die aan z'n zoon Wietse een prima en snelle knecht had, over tot de aanschaf van een auto.
Voor de ongeveer 30 Joodse gezinnen in Nietap en Leek bakte Venekamp veel zogenaamde 'galletjes'. Dit zijn gevlochten broden met een lengte van 25 centimeter, bestaande uit drie strengen met daar overheen nog weer eens drie, veel dunner gevlochten, strengen. De Jood Abraham Oudgenoeg zag er op toe dat alles naar Joodse wensen gebakken werd. Ook zorgde hij voor het kousteren, dat wil zeggen dat het brood werd voorzien van een speciaal zegeltje. Apart voor de Joden werden de zogeheten 'suikervlinders' gebakken. Een koekje van een opgerolde strengel deeg met daartussen suiker. Deze lekkernij had een doorsnee van ongeveer 6 centimeter.
De door Venekamp gebrande pinda's werden door de Joden eveneens gretig afgenomen en vaak op Sabbat bij de brug over 't Piepke onder een praatje genuttigd. In de loop van de oorlog is men met het bakken voor de Joden gestopt.
In 1967 werd de bakkerij van Arend Venekamp gesaneerd, de oven werd dichtgemetseld, het bakken behoorde tot het verleden. Zoon Wietse bleef nog wel venten met de van elders betrokken bakkerswaren. In 1973 stopte ook hij er mee, na nog 3 jaar met broer Piet te hebben samengewerkt. Hieraan dankten ze de toepasselijke benaming: 'King-Corn brothers'!
Bron(nen): |
|