Nietap-lied
Waar het gras zo groen is als het groenste gras.
Bomen rijzen rond de Vagevuurse plas.
Straten namen kregen, als "van Gogh" en "Steen"
Daar wil 'k altijd wonen, voel 'k me nooit alleen.
Straten namen kregen, als "van Gogh" en "Steen"
Daar wil 'k altijd wonen, voel 'k me nooit alleen.
Waar in 't midden niet een kerk maar speeltuin ligt,
Waar je mensen ziet met opgeruimd gezicht.
Waar de reeën bronsten, in 't Natuurschoon bos
Daar wil 'k altijd wonen, 'k laat het nooit meer los.
Waar de reeën bronsten, in 't Natuurschoon bos
Daar wil 'k altijd wonen, 'k laat het nooit meer los.
Waar je Drenth bent, ook al ben je grensgeval,.
'k Hoop dat 't Piepke Gronings hebzucht weren zal.
Waar de Buurtschap schippert, tussen Rôon en Leek,
Daar is 't leven heerlijk, duurt een maand een week.
Waar de Buurtschap schippert, tussen Rôon en Leek,
Daar is 't leven heerlijk, duurt een maand een week.
Heimwee krijg ik al, als ik in 't Leekse ben,
Nietap uit is iets, waar 'k dan ook nooit een wen.
Zo moet 't altijd blijven, ieder is je "Buur",
'k Hou van ’t kleine Nietap, tot m'n laatste uur.
Zo moet 't altijd blijven, ieder is je "Buur",
'k Hou van 't kleine Nietap, tot m'n laatste uur.
Tekst: Jack Pikkert
© Copyright Zulthesingers