Welkom lieve mensen, wat zitten wij aan het begin van het nieuwe jaar,
met ons allen hier toch genoeglijk bij elkaar.
Wij, Thomasvaer en Pieternel, vinden het fijn dat u de moeite hebt genomen,
met zovelen naar onze knusse huiskamer te komen.
Wij waarderen het zeer dat u uw huis en haard heeft verlaten,
om hier met ons het afgelopen jaar nog eens door te praten.
Dat u de televisie, computer of tablet hebt gelaten voor wat ze zijn
om naar deze visite te komen, vinden we reuze fijn.

Niet alles kunnen we hier benoemen, daarvoor ontbreekt ons echt de tijd,
ook al geldt voor sommige onderwerpen dat ons dat toch wel spijt.
Sommige zaken willen we zelfs niet eens benoemen,
woorden schieten daarvoor eenvoudig te kort.
’t Is dus niet zo dat wij ze hier zouden willen verbloemen,
maar willen voorkomen dat het in deze ambiance al te pijnlijk wordt.

De wereld leek wel één grote kermis, het afgelopen jaar;
soms stonden wij op onze benen te trillen.
Als een achtbaan schudde het ons door elkaar;
zo’n ding weet je wel, waar je niet in zou moeten willen.
Er uit stappen was geen optie, we moesten het lijdzaam ondergaan,
vastgesnoerd als wij hier zitten in ons aards bestaan.
Voorspellen van de toekomst heb ik wel afgeleerd.
Ik zag het dit jaar vaak helemaal verkeerd.

Er gebeurden dingen die je alleen met drank op zou kunnen verzinnen.
Ik weet in die wirwar haast niet eens waar ik moet beginnen.

Nou Thomasvaer begin nu eens met wat Amerika is overkomen,
dat had toch haast niemand serieus verwacht.
Trump is daar door het volk als president aangenomen;
heb jij dat van te voren wel eens gedacht?

Nou nee, niet echt, hoe kreeg hij het voor elkaar,
met al zijn strapatsen en daarbij dan ook nog dat vreemde haar?
Een andere wind zal er nu door het Witte Huis gaan waaien,
waarmee hij naar ik vrees veel onrust gaat zaaien.
Het schijnt overigens dat hij veel van poezen houdt, die hij graag mag strelen,
maar dat niet alle poezen die intimiteit met hem willen delen.
’t Is maar een klein detail misschien, maar het geeft denk ik mooi aan,
dat wij met hem aan het roer naar een ander tijdperk gaan.
Misschien laat ik mij leiden door te veel chagrijn,
zie ik het veel te zwart en valt het reuze mee,
blijkt hij over vier jaren een echte president te zijn,
en achteraf bekeken gelukkig toch oké.

Over vreemd haar gesproken, zo één hebben wij ook in ons land,
een soort van Mozart lijkt Geert wel, zoals hij het heeft gekamd.
Met één of ander vaag middeltje ook nog opzichtig geblondeerd
wordt hij al van verre in de Tweede Kamer getraceerd.
Geert houdt ook van poezen, maar dan van een ander slag,
die je zolang ze spinnen, altijd aaien mag.
Net als Trump gebruikt Geert graag grote woorden,
die hele volksstammen kennelijk graag mogen horen.
Zoals dat wij in dit land met een nepparlement moeten leven,
en dat hij voor de rechters hier geen cent zou willen geven.
En door heel leep daarbij de underdog te spelen,
kan hij dus ook nog rekenen op de steun van velen.
Ik vraag mij echter af of het niet een ietsje minder kan,
want van wat hij allemaal zegt, daar geloof ik echt niets van.

Een knipbeurt bij de kapper lijkt mij voor Geert en Donald wel eens goed,
misschien raken zij dan wat van hun wilde haren kwijt.
Wellicht dat dit ook gaat werken op hun gemoed,
en krijgen zij zo van hun tirades spijt.

Ook voor de sportliefhebber, vooral de passieve, was er, met een drankje in de aanslag, heel wat te beleven.
Het EK voetbal in Frankrijk, Max Verstappen met zijn prestaties in de
Formule Eén en vooral een zomer op de olympische banen.
Aan de buis gekluisterd zagen wij menig sporter, van Sanne Wevers tot Epke
Zonderland, zich helemaal geven.
Uren, weken, jaren van afzien op zware trainingen gingen aan de prestaties
en kwalificaties voor Rio vooraf en leidden tot bloed, zweet en tranen.
Onvoorstelbaar dat voor sommigen, bij het hoogtepunt, na al die jaren de
hang naar de wereldse geneugten sterker bleek dan de keiharde discipline van de sport.
Voor Yuri van Gelder restte de loservlucht en zijn reputatie was aan gort.

De economie kwam het afgelopen jaar uit het slop en trok aan, we gingen de goede kant op.
De rente laag en de verkoop van huizen omhoog, allemaal goeds hadden wij in het verschiet.
Maar er kwamen ook geluiden, de gunstige economie ten spijt, dat onze aloude winkelketens het niet overleven.
De omgevallen winkelreus V en D niet meer op de Grote Markt; dat we dat
nog moeten beleven!

Maar nu maar steeds over de grote boze buitenwereld uit te wijden,
was er ook nog wat in Nietap en omgeving loos?
Plaatselijk nieuws kunnen we hier echt niet mijden,
anders wordt het bestuur heel boos.

Tja, ik heb daarover zitten peinzen,
en mijn antwoord klinkt misschien niet fraai.
Ik kan wel allerlei problemen veinzen,
maar het is hier eigenlijk gewoon heel saai.

Nou Thomasvaer, mocht je nog een huis willen kopen,
dan kun je dit jaar hier in de bocht terecht.
Wanneer straks de procedures zijn doorlopen,
wordt voor elf huizen de eerste steen gelegd.

Lang heeft het moeten duren voordat nu eindelijk wordt begonnen,
maar de tijd zat dan ook niet echt mee.
Het is een teken dat de crises is overwonnen,
en dat stemt ons natuurlijk wel tevree.

Voor de paradewagen zocht de Bouwgroep het dit jaar niet ver weg;
Natuurschoon, Terheijl en Thedema werden fraai verbeeld.
Toch heeft het hun waarschijnlijk veel punten gescheeld,
toen het noodlot hen trof met vette pech.

De fraaie tafereeltjes zouden gaan draaien op schijven,
aangedreven door een slim mechaniek.
De aandacht van het publiek zou zo langer beklijven,
maar het mocht niet zo zijn door falende techniek.

Het bleef een mooie wagen, dat zeker wel,
ook omdat jij daar zo bevallig naast liep, mijn lieve Pieternel.
Toch kwam het niet verder dan een derde prijs,
en daarmee werd de wagen meer hel dan paradijs.

In de categorie klein leed willen wij u nog wat vertellen,
ook al is het gebeurde nogal gênant.
Wij verzoeken u daarom discretie te betrachten,
zodat het niet op straat beland.

Het gaat over Age Rozema, ja hij die woont op het Baggelveld.
’t Is een bezig baasje, misschien soms wat eigengereid.
Al veertien jaar bestuurslid van de Buurtschap,
en dus de zaak van Nietap en Terheijl zeker toegewijd.

Age is ’s morgens al vroeg uit de veren
een reeks dieren wacht dan op hun rantsoen.
Hij schiet daarom snel in zijn kleren,
om daarna zijn plicht te doen.

Maar plicht of niet, de natuur gaat zijn eigen gang;
geen moedertje lief houdt haar tegen.
Op een morgen voelde Age een sterke aandrang
om eerst zijn darmkanaal te legen.

Het gaat wat ver om het hier in detail uit te drukken,
maar in het hokje ontdeed hij zich snel van zijn last.
Tevreden dat het goed wou lukken,
knoopte hij zijn broek weer vast.

Maar, o schrik de deur wilde niet meer open,
de klink zat los en viel buiten op de vloer.
Hoe Age ook riep, rammelde en rukte,
het hielp hem allemaal geen moer.

Drie kwartier heeft Age zo vast gezeten,
en roerde hij vergeefs de trom.
Terwijl hij zich daar op zat te vreten,
draaide Anja zich nog eens lekker om.

Reeds ver na het winters ochtendgloren,
begon Anja eindelijk zijn noodkreet te horen.
Heel snel kwam zij hem toen bevrijden,
en verloste hem uit zijn pijnlijk lijden.

Doe dus van het hok waar je de kont vaak niet kunt keren,
nooit en te nimmer de deur op het slot.
Wie eigenwijs meent dit gebod te kunnen negeren,
zit voor dat hij het weet eenzaam op de pot.

Zo, we zijn aan het eind van ons betoog gekomen;
het belangrijkste hebben wij nu wel gehad.
Het nieuws dat wij dit jaar vernomen,
hebben wij hier kort voor u samengevat.
Wat opvalt is dat wij in onzekere tijden leven,
niets lijkt meer vast, morgen kan alles anders zijn.
Velen zien naar de toekomst met angst en beven,
en ontwaren daarin geen enkele lijn.
Verdraagzaamheid is zoek, eigen volk gaat voor.
Mededogen lijkt een vloek, fatsoen gaat teloor.
Dit alle stemt mij droevig, mijn beste Thomasvaer,
of zie ik het misschien allemaal wat te zwaar?

Nou, nou Pieternel, jij ziet inderdaad veel beren op de weg!
Wat doe jij me daar toch ontiegelijk somber, zeg!
Ik zie toch echt wel positieve zaken,
die een mens een beetje blijer maken.

Neem nu Dallil uit Syrië, de grond werd hem daar te heet onder de voeten,
met vrouw en kind vluchtte hij naar Nederland.
Ik wil er niet aan denken dat ik dat zou moeten;
maar tja, wat doe je als je vaderland brandt?

Vraag niet hoe, maar zij kwamen bij Koos Piekje te logeren,
je weet wel hij die sinds kort voorzitter van de Buurtschap is.
Gastvrij lieten Koos en Andrea ze bij hen bivakkeren;
een weldaad na het doorstaan van zoveel angst en kommernis.

Wat mij op oudejaarsdag nogal heeft getroffen,
was een tafereeltje hier aan de Meerweg.
Toen Dallil volleerd carbidbussen liet ontploffen;
’t is werkelijk waar wat ik nu zeg.

Dit lijkt mij toch het toppunt van integreren:
een Syriër carbidbusschieten leren.
Zonder blikken of blozen werd hij door de Nietapsters opgenomen,
alsof hij nooit te voet uit een ver vreemd land was overgekomen.

‘t Is dit staaltje van naastenliefde en mededogen,
waar wij in Nietap toch maar mooi op kunnen bogen.
Niemand die het bestaan van Dallil hier deert,
ook al mag het misschien dan niet van Geert.

Zo kunnen we toch nog eindigen met een positief verhaal,
dat een opsteker mag zijn voor ons allemaal.
Een mooi moment voor ons om dit relaas te besluiten,
door welgemeend nog de volgende wens te uiten:
dat gerust een touwtje uit uw brievenbus kan blijven hangen,
is voor het komend jaar het diepst verlangen
van uw THOMASVAER en PIETERNEL.

Ga naar boven