Jan Sluiter

Uit Historie Nietap-Terheijl

De op 11 augustus 1910 geboren Jan Sluiter had in z'n jeugdjaren al een grote voorliefde voor draaiorgelmuziek.

Toen al bezocht hij zo veel mogelijk kermissen in de omgeving om van deze muziek te genieten. Hij kreeg zodoende grote belangstelling voor zweefmolens. Als jongen al zette hij een fietswiel op een paal, hing er met touwtjes een aantal stenen aan, vond een manier uit om het wiel in beweging te brengen en zo had hij zijn eerste zweefmolen in elkaar gefantaseerd. Het was dan ook niet verwonderlijk dat hij op 31-jarige leeftijd besloot een zweefmolen aan te schaffen om kermisexploitant te worden. Z'n ouders en andere familieleden waren hier helemaal niet zo gelukkig mee en verklaarden hem min of meer voor gek. Om als boerenzoon en melkrijder zo maar kermisreiziger te worden, nee, dat werd hem niet in dank afgenomen.

De zweefmolen van Jan Sluiter.

In 1941 kocht Sluiter in Eelde een zweefmolen voor de somma van f 3000,—. Om het geheel te kunnen bekostigen kon hij geld lenen van Ab Louwes van het garagebedrijf te Roden. Ze kwamen in goed vertrouwen een terugbetalingsregeling overeen. De mensen die Jan kenden, keken bedenkelijk naar zijn doen en laten. Maar toen hij het volgende jaar, in 1942, tijdens de Pinkstermarkt op volle toeren draaide, en men uitrekende dat hij minstens zestig gulden per uur verdiende, een enorm bedrag in die tijd, praatten zij wel anders.

In de beginjaren reisde Sluiter met z'n zweefmolen hoofdzakelijk de kermissen in de nabije omgeving af. Hij moest z'n bedrijf met paarden vervoeren, omdat er geen motorbrandstof aan kermisbedrijven werd verstrekt. Tijdens de laatste oorlogsjaren was er soms geen stroom op de kermis beschikbaar. Sluiter moest dan de zweefmolen laten draaien op paardekracht, waarvoor drie paarden aanwezig waren, die om de twee uur verwisseld werden.

In 1947 was het dan zover en schafte hij zich een oude vrachtwagen aan voor een bedrag van f 2000,—. De zaken gingen schijnbaar goed, want ook kocht hij een ondervloer met paarden en bakken, zodat de zweefmolen nu ook als draaimolen gebruikt kon worden. Zo kon Jan ook op schoolfeesten draaien. Overdag deed de molen dan als draaimolen dienst en 's avonds als zweefmolen.

Van Pasen tot aan november was Jan onderweg. In de periode dat er niet gereisd werd moest het materiaal onder houden worden. In al de jaren dat hij kermissen bezocht heeft hij in de 'stille tijd' honderden kilo's verf verstreken.

Samen met z'n zoon Jannes bouwde hij een nieuwe zweefmolen, zodat er op twee plaatsen tegelijk gedraaid kon worden. Later heeft hij ook nog een kleine kinderdraaimolen gebouwd en zelfs een prachtige woonwagen. Het vond allemaal plaats aan de J.P.Santeeweg nununer 123.

Door de familie Sluiter is er, zowel in de zomer als in de winter, altijd hard gewerkt. Men reisde hoofdzakelijk de drie noordelijke provincies af. Na 32 mooie jaren heeft Jan Sluiter in 1973 zijn kermisbedrijf verkocht.

==Bronnen==
Bron(nen):